Hoeksche Zaken, winter 2020

HOEKSCHE ZAKEN 23 VERGETEN BEROEPEN VLAS BRACHT WELVAART EN ZIEKTE In het verleden bracht de vlas- en linnennijverheid welvaart naar de Hoeksche Waard. Maar er kleefde ook een groot nadeel aan deze lucratieve industrie.  DIRK-JAN LIST  MUSEUM HOEKSCHE WAARD Vlas is de grondstof voor linnen. Voordat vlas verandert in linnen moet het meerdere bewerkingen ondergaan. Eerst trokken de boeren het vlas uit de grond om de vezels in de stelen en wortels zo lang mogelijk te houden. Hoe langer de vezels des te beter de kwaliteit van het linnen. De vlasstengels bestaan uit een houten kern, omgeven door vlasvezels. Deze vezels zijn aan de buitenzijde omsloten door de schors. Na het oogsten begon de bewerking van het vlas: repelen, roten, braken en zwingelen. Bij het repelen verwijderden de arbeiders de zaadbollen van de stelen. Het roten is een rottingsproces waarbij de vezels in de stengel loskomen van de houtachtige kern en schors. Bij het braken braken de arbeiders de kern en schors op meerdere plaatsen. Bij het zwingelen verwijderden zij de resten van de kern en schors uit de bundels linnenvezels. Het leven in de vlasnijverheid was zwaar en ongezond. Het braken en zwingelen waren uitermate ongezonde bezigheden. Deze werkzaamheden vonden plaats in de zwingelketen (schuren). Deze ruimten waren niet verwarmd en er was geen ventilatie. Met name bij het zwingelen stond de arbeider gebogen over zijn werk. Het stof dat vrij kwam bij het zwingelen zorgde voor grote medische problemen aan de luchtwegen. Dokter B. Carsten, adjunct-inspecteur Geneeskundig Staatstoezicht Zuid-Holland en Zeeland, stelde reeds in 1867 een onderzoek in naar de gezondheidstoestand van de vlasarbeiders. Het was hem namelijk opgevallen dat de mensen in de leeftijdsgroep 14-40 jaar in de Hoeksche Waard er slecht uitzagen. De parlementaire enquête (Een kwaad leven, 1887) naar onder meer de vlas- en linnennijverheid in de Hoeksche Waard kwam tot dezelfde conclusie. Helaas deden de eigenaren van de zwingelketen weinig aan de ongezonde werkomstandigheden. De opkomst van de mechanisatie omstreeks 1900 werkte overigens wel iets betere omstandigheden in de hand. De opkomst van de kunstvezels in de twintigste eeuw maakten na de Tweede Wereldoorlog een einde aan de lokale vlas- en linnennijverheid. In de herenboerderij Oost-Leeuwenstein is te zien hoe de arbeiders vlas bewerkten tot het naar de linnenfabrieken ging.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODM1NjU=